In 1999 werkte ik als journalist bij de Heerenveense Courant. ‘Tochtgenoten gezocht voor reis naar Nepal’ zo luidde de kop boven een artikeltje voor de krant. Het ging om een reis in combinatie met een goed doel. ‘’Dat is wat voor mij’’, dacht ik onmiddellijk. Eindelijk zou ik mijn grote droom – de Mount Everest zien – kunnen realiseren.
In overleg met mijn man besloot ik mee te gaan. Hij zou op onze kinderen van tien en negen jaar passen. Tijdens de trekking in Nepal ontmoette ik de zeventienjarige Thakur Dhital uit Gorkha die zijn studie in Kathmandu combineerde met werk als porter voor een trekkingbureau. Hij sprak maar vijf woorden Engels en zat elke avond tijdens onze reis afgezonderd van de groep te studeren.
Ik werd geraakt door de enorme armoede in Nepal, maar ook door de veerkracht van de mensen in dit land. Wat een verschil in kansen voor jongeren in Nepal en ons land, dacht ik toen. Ook ontdekte ik dat er maar drie computers op de universiteit met 2000 studenten waren, maar die waren bestemd voor de administratie.